|
||||||||
Ik weet niet goed of ik de lezers van deze kolommen Scott Cook nog moet voorstellen, maar voor wie nog niet helemaal mee is, doe ik het toch, kort. Cook is een heel bijzonder soort troubadour, die sinds 2007 constant onderweg is vanuit thuisland Canada: de States, Europa, Australië en Nieuw-Zeeland, Taiwan, Zuid-Afrika en jawel, zelfs Europa staan geregeld op zijn bestemmingenlijst. De man speelt dan ook al die tijd ruim 150 concerten per jaar, de regelmatig voorkomende festivalshows niet eens meegerekend. Tussendoor maakt hij ook platen -deze is de zevende- en schrijft hij al eens een boek. Een “bezige bij” dus, die geregeld al eens met een Award bekroond wordt en over wiens “Further Down the Line” ik destijds de meest lovende woorden gebruikte, die ik ooit voor een plaat uit de kast heb gehaald. Nu ik deze nieuwe een paar tientallen keren gedraaid heb; ziet het er naar uit, dat ik mezelf ga moeten overtreffen, net zoals Scott dat doet, want deze nieuwe is zo mogelijk nog beter dan wat ik vroeger ooit van hem mocht horen. Toen al vond ik het doodjammer te moeten vaststellen dat onze gemiddelde radiozender de plaat niet zou oppikken en in de tussentijd zijn we met onze zenders van “gemiddeld” naar “erg middelmatig” afgezakt en acht ik de kans dat “het” deze keer wél gebeurt voor Scott Cook, nog een stukje kleiner dan drie jaar geleden. Wat er ook van zij: Cook overtreft met deze nieuwe plaat moeiteloos al zijn vorige werk: de plaat maakt integraal deel uit van een prachtig boekwerk van zo’n 240 pagina’s, waarin hij schrijft -en zich verbaast- over de manier waarop we met z’n allen bezig zijn onze planeet te verknoeien. We zitten lidden in een ongeziene gezondheidscrisis, wenden collectief het hoofd af, zodra het woord “klimaatverandering” valt en blijven halsstarrig aan ons groeimodel vasthouden, al beseft elk redelijk denkend mens dat onze planeet dat ongebreideld groeien onmogelijk kan blijven dragen én dat ze daar al geregeld alarmerende signalen over heeft uitgezonden. Scott slaagt er nochtans in te blijven uitzingen dat hij in zijn jaren “on the road” dermate veel mensen met goeie bedoelingen en met de juiste ingesteldheid ontmoet heeft, dat die zijn geloof blijven voeden en hem blijvend laten denken dat het uiteindelijk allemaal goed komt met de mens en zijn planeet. Dat belet hem anderzijds niet om bijwijlen heel scherp uit te halen en erop te wijzen dat er dringend verandering moet komen, al doet hij dat nooit op prekerige of drammerige wijze, integendeel? De plaat werd grotendeels in Australië opgenomen, met de hulp van ’s mans vaste intercontinentale band, die geheel toepasselijk “The She’ll Be Rights” heet en waarin bassiste Liz Frencham een prominente rol speelt, naast vaste kompaan en mede-Albertaan Bramwell Park, fiddlers Esther Henderson en Kat Mear en dobro-meester Pete Fidler. Naast negen originele songs, bevat de plaat een bewerking van “Passin’ Through” van prof. Richard Blakeslee, een song die geoverd werd door zowel Leonard Cohan, Earl Scruggs als The Highwaymen. “Why Am I Leaving my Home Again” is van de hand van de hier totaal onbekende busker Scotty Dunbar, die met Cook doorheen Taiwan toerde en daar al behoorlijk bekend bleek, dankzij Youtube filpjes die van hem gemaakt werden door toeristen. Het instrumentale “Right to Roam” sluit dit fabuleus straffe werkstuk af, maar je hebt heus wel meerder draaibeurten nodig om alle pracht te kunnen bevatten, die deze CD te bieden heeft. Die wordt nog uitvergroot door de verhalen die bijeengeschreven worden rondom al de tracks van deze plaat. Cook is enorm sterk met woorden en het lezen van die schitterende schrijfsels bezorgde mij haast evenveel plezier als het luisteren naar de songs van deze hedendaagse Woody Guthrie en erfgenaam van Walt Whitman. Neem het rustig van mij aan, lezer: ze zullen heel snel moeten zijn en van héél ver komen om dit jaar een betere plaat af te leveren dan deze nieuwe van Scott Cook. Ik haal zelden de figuurlijke vijf sterren uit de kast, maar voor deze doe ik dat zonder enige restrictie: ze is namelijk een lust voor oor, hart en oog. Waarmee ik graag verwijs naar het schitterende artwork waarin de bijhorende literatuur gegoten werd. Dit is een van die zeldzame platen, waaraan letterlijk alles klopt. Meesterwerkje ! (Dani Heyvaert)
|
||||||||
|
||||||||